Neem me toch mee
In het dok waar de verveling weegt op mijn bestaan
Komen schepen, hun ruimen gevuld met vruchten en graan
Hun namen doen me altijd dromen
Over plaatsen waar ik nooit zal komen
Zo heel mooi, zo heel ver
Waar de zomers eeuwig duren
Waar het zand je huid zal schuren
Zo heel ruw, zo ver weg
Ik ken enkel een hemel vol wolken zo grijs
Hier eindigt mijn wereld. Ik ging nooit op reis
Refrein: Neem me toch mee naar het land van de zon
Zeg nu niet nee, maar zeg me nu: kom
Ik weet er is op de wereld een plaats voor mij in de zon
In de kroeg maken de zeelui altijd plezier
In een dronken bui roepen zij: breng ons meer bier
En dan grijpen ze hun kans
Ja, de poppen gaan aan het dansen
Want ze zijn nu op zwier
En ze drinken nog veel meer
Zo veel meer dan die andere keer
Het wordt vroeg, nooit genoeg
Als de kroeg dan sluit en ze duiken in hun kajuit
Dan benijd ik hen en ik neem dan een besluit
Refrein
Op een dag een sloep zo verroest, een heel ouwe schuit
Met een motor die hoest maar toch vaar ik het zeegat uit
En dan vaar ik naar die hete stranden
Van die verre mooie warme landen
Weg van hier, met plezier
Waar de zon mijn bleke huid zal branden
En mijn ouwe schuit voorgoed mag stranden
Ver van hier, met plezier
Ik verdwijn uit jouw zicht zonder spijt en voor altijd
Want ik stuur geen bericht en mij ben je nu kwijt
Refrein
Refrein
Lalala...
Ik weet er is op de wereld een plaats voor mij in de zon