Marie-Lou
Ze was rond, ze was dik,
ze was niet goed snik,
ze was dom, ze was stom,
ze had een dwaze blik,
en haar haar was in de war,
ze was blond, het was eigenlijk zonde.
En ik vroeg haar ten dans,
ze was meteen bereid,
al bij al was ze best
een leuke meid
haar rechteroor stond naar voor,
maar ik was blij dat ik haar had gevonden.
Oh Marie-Lou,
je bent mijne chou,
je ziet er niet uit,
maar dat doet er niet toe.
Je bent voor mij de liefste op aard
en de anderen zijn naast jou,
geen stuiver meer waard.
Ze droeg een groene blouse,
een oranje broek,
rond haar hals een paarse
zijden doek,
haar bril was te groot
en haar kousen waren versleten.
Ze had geen veters aan haar schoenen
en die waren te groot,
de strik in haar haren
was compleet idioot,
ze was verschrikkelijk geschmikt,
ik zal haar nooit vergeten.
Oh Marie-Lou,
je bent mijne chou,
je ziet er niet uit,
maar dat doet er niet toe.
Je bent voor mij de liefste op aard
en de anderen zijn naast jou,
geen stuiver meer waard.
Oh Marie-Lou,
je bent mijne chou,
je ziet er niet uit,
maar dat doet er niet toe.
Je bent voor mij de liefste op aard
en de anderen zijn naast jou,
geen stuiver meer waard.