Ijzige nacht
Oh hoort de kille wind, huilend door het woud
Schuil voor de wintervorst, hij teistert ons met kou
De warme zon verloor haar kracht, we zien nu slechts haar gloren
Een winterstorm belaagt het land en het leven wordt bevroren
Wij tarten de ijzige kou
Met vuur dat nimmer doven zal
En ontsteken de moed in haard en hart
Voor de weg door de ijzige nacht
Gevangen, een kooi van ijs op woeste kille vlakten
Waar hoop vergaat en schreeuw verstomt in winters' gure nachten
Nimmer zagen wij een kracht zo koud en ongetemd
Dat geest bevriest en 't lichaam smacht tot de zon haar stralen wendt
Wij tarten de ijzige kou
Met vuur dat nimmer doven zal
En ontsteken de moed in haard en hart
Voor de weg door de ijzige nacht
De donkere reis naar het licht
Gevecht tussen leven en dood
Mijn adem vermengt zich met mist
Een kille nevel in de duisternis
Doden rijden van vlees ontdaan
Jagend en joelend langs de bleke maan
Dit is de langste nacht van het jaar
De wereld staat stil en de dag lijkt niet te bestaan
Mens en dier bevroren in de tijd, wachten smachtend op de zon
Als het dodenleger door de hemelen rijdt
Het ijs in onze baarden, de kou in onze voeten
Waar is de zon? Wanneer mogen wij haar begroeten?
De donkere reis duurt voort en kou striemt mijn gelaat
Twaalf ijzige nachten door dit kille winters gewaad
Als heide onder voeten kraakt
En een winterstorm door de hemelen raast
Verheugt u nu de twaalfde nacht
Zij brengt het licht weer van de dag
Daar aan de einder breekt de zon de winternacht
Zij zal ons bevrijden van ijzige greep die de winter bracht
Wij tarten de ijzige kou
Met vuur dat nimmer doven zal
En ontsteken de moed in haard en hart
Voor de weg door de ijzige nacht
De donkere reis naar het licht
Gevecht tussen leven en dood