Gods Lied (God's Song)
Kaïn sloeg abel seth was confuus
Gaat heen zei god tot israël vermenigvuldig u
Waarom stierf dan een der zonen nu
Dus hij zocht de heer en de heer zei
Mens is onwaardig hij doet mij niets meer
Dan de nietigste juttepeer
Roepend de woestijn rond
Want hij denkt daar woont de heer
Dat vind ik mooi aan mens
Ik aanschouw in afschuw jullie toevluchtsoord
De ellende en dat leed geestelijk gestoord
Het is lachen in de hemel de gebeden die je hoort
Dat vind ik mooi aan mens
Christen en jood begonnen een offerfeest
De boeddhist en de hindu mee op satelliet-tv
Elk een opperpriester gezamenlijke preek
Die was heer een plaag belaagt de aard
Niks dan narigheid
De tempels ter uwer ere
Staan er hopeloos bij
Heer als u geen genade geeft
Alstublieft laat ons vrij
En de heer zei en de heer zei
Ik teister je steden hoe blind kun je zijn
Ik geef en neem je kinderen en jij zegt gezegend zijn wij
Volslagen krankzinnig wie bouwt er nou op mij
Dat vind ik mooi aan mens
Ik kan niet zonder
Dat vind ik mooi aan mens