We Zijn Er
[Intro]
Oooh, geef mijn kracht
Zo mooi als het woud, zo gevaarlijk de vluchtroute
Maar alles beter dan naar de baas terug te moeten
Lang geleden dat ik vrij vrijuit kon spreken:
“Wij gaan niet terug, nooit meer terug”
We zijn er
[Verse 1]
Hakbijl in de roos, of achilleshiel, rad van fortuin spinnend wiel
Tot de schroeven los gaan zitten
Draai, draai, als navigatiegestoorden, ik denk dat ik nog even blijf
Wisselstoring, wisselstoring, en is het dat niet, dan is het wel zoiets als regen of wind
Buiten is het donker
De batterij is dood van mijn telefoon en wij praten niet omdat je me niet gelooft
Al zou je het willen, en opnieuw beginnen met me, kan je geen minuut naar me kijken zonder een rilling in je
Doen alsof je het koud hebt
Ik speel mee, bied mijn jas aan, zit naast je met je hoofd op mijn schouder
[Refrein]
Het is niet voor mij, niet aan mij, niet door mij, noch van jou, noch van mij, mijn hemel het bewijs
We zijn er
Hé we zijn er (we zijn er nog, ja we zijn er)
[Skit]
(Meisje huilen)
Nog even schat, nog even, nog even doorlopen
Kom kom kom, kom hiernaartoe, hiernaartoe
Hier, deze kant op
(hijgen)
Sssht. We moeten rennen schat, we moeten lopen
[Verse 2]
Wil niet per se goed doen, maar doen wat juist is, mezelf zijn
Da’s soms lastig, zelfde ticket, zelfde trein
Lobi da basi, of liever vertiefd, heb nooit geloofd dat ik liefde verdien
In niet al teveel woorden met een blik heb ik beloofd te zorgen voor je
Naar de ondergrondse achtervolgd door honden, wachten in het water
Kopje onder zodat ze het spoor bijster raken
Storing, zo'n 'waar-gaat-de-relatie-heen?' conversatie
Early in the morning (early in the morning)
Ik ga los, vind rust in onze historie, al poppen de pijngedachtes op
Het is een klus, daarom twijfelen we soms, toch blijf je bij me, al lijkt het soms ongezond
Tot de volgende altijd. ik kan oneindig een jaar met je zijn, soms lachen we om de pijn
[Refrein]
[Outro]
Zo, zo, het is zo mooi
Zo, zo, het is zo mooi
Zo…
We zijn er nog
We zijn er
We zijn er (we zijn er nog, ja we zijn er)