Kleine Jan
Ach, ze was zo fijn, mee moeite zestien jaarMaar ze werd de kriebels van de liefde al gewaar
Zelve nog een kind en door iedereen bemind
Toch ging z' heuren eigen gang
Ach, ze was zo jong en ze had de wereld niet gezien
Toch wilde ze al een kind en ne vent bovendien
Op ne goeien dag zonder dat het iemand zag
Liep ze weg van heuren thuis
Zo kwam zij in Gent aan ne grote cafe
Veel volk, veel muziek, ze dronkt een pintje mee
Den eersten besten Jan stond heur seffens aan
Zij ging mee naar zijn huis
Zo kreeg z' heure kleine en ook Jan was vree kontent
Maar 't geluk zou rap verdwijnen, al was Jan ne goeie vent
Zij was veel te jong om gebonden te zijn
En z' had de wereld nie gezien
Veur den tweede keer, niemand had dat verwacht
Was z' allene weg in 't holste van de nacht
Zij vertrok naar 't oosten, de wereld ver en wijd
Veur 't kindjes kweken had zij nog tijd
Jan stond daar beteuterd, had al vele meegemaakt
Was veel tegenslagen gewone geraakt
Moederke naar den oost en Jan zijne troost is ne kleine op zijne schoot
Troost uwe kleine, wiegt uwe kleine Jan